De brughuizen waren vroeger de woning van twee families brugwachters. Het huis werd gebouwd in 1910 door aannemer Victor Gouwy. Tot halverwege de jaren zestig lag hier de brug die een verbinding vormde tussen de linker- en rechterkanaaloever.
De eerste elektrisch aangedreven klapbrug kwam er in 1911.
Op 12 oktober 1914 zagen twee werknemers van de fabriek Sopar hoe de Belgische genietroepen de kabel die de elektrische stroom voor de brug aanvoerde, onbruikbaar maakten. Het verkeer over het kanaal bleef gedurende de hele oorlog enkele mogelijk via vlotten of via een met de hand bediende brug.
Op 12 oktober kwamen twee ulanen aan langs het kanaal. De klapbrug stond open en er was enkel een roeiboot. De eigenaar van de roeiboot kreeg het bevel de ulanen over het kanaal te varen. Van daaruit gingen zij naar het station, maakten telefoon- en telegraafverbindingen onklaar en lieten zich terug overzetten.
De volgende dag kwamen de Duitse genietroepen aan. Die vroegen een ketting om de brug weer in gebruik te kunnen nemen. Er werd uit het magazijn de nodige ketting gehaald en de brug werd met de hand omlaag gedraaid.
Aan de ingenieur-brugdraaier Désiré Hollemans vroegen de Duitsers “om de kabel te herstellen om de brug elektrisch te bedienen”. Désiré gaf veel uitleg met vaktermen en daar de Duitsers vrij naïef bleven, zou de brug de ganse oorlog met mankracht omhoog en omlaag moeten gehaald worden. Omhoog halen viel nog mee, omlaag duurde en duurde en …
De brugwachtershuizen werden onlangs gerenoveerd en zijn momenteel eigendom van de gemeente Zelzate. Voor de brughuizen stond er op deze plaats een douanekantoor.
Tussen de brughuizen en de oprit van de nieuwe brug (officieel geopend in 1968) lag vroeger het station. Het werd in 1865 gebouwd door de Belgische Spoorwegen. Er liep een noord-zuidwaartse lijn Gent-Terneuzen en een lijn Assenede-Lokeren.
Het kanaal Gent-Terneuzen werd voltooid op 18 november 1827. Dit kanaal voldeed technisch niet. Het had slechts een bodembreedte van 10 m en de maximale diepgang bedroeg amper 4,40 meter.
In 1870 begonnen de verbeteringswerken: er kwam een waterdiepte van 6,50 meter, een bodembreedte van 17 meter en een tracé van 65 meter. In 1885 was het kanaal klaar.
In Zelzate besloot men in 1894 de eerste rechttrekking van het kanaal uit te voeren. Het bestaande oude kanaal, dat liep langs de Grote Markt, P. De Colvenaereplein, Suikerkaai, werd verlegd naar waar zich nu het gemeentelijk park bevindt, tussen Westkade en Oostkade.
In de jaren zestig werd het kanaal nog eens verbreed en verdiept en kreeg het zijn huidige locatie.
De brughuizen behoorden oorspronkelijk bij de brug die over het tweede kanaaltracé liep. Een tijdlang waren het museum van de Tweede Gidsen en het museum van Mietje Stroel erin ondergebracht. Na een grondige opknapbeurt doet het nu dienst als gebouw voor gemeentelijke diensten en ook onze burgemeester zetelt er.
(Bron: HUYSMAN Sophie, “De Eerste Wereldoorlog in het Meetjesland”, Artoria 2011, p. 16 en p. 17 + De Turfsteker, jg.1, nr. 2, 1996, p. 2-4 + De Turfsteker, jg. 2, nr. 3, 1997, p. 11-15).