Militaire incidenten in de grensstreek
De inwoners van Zeeuws-Vlaanderen werden vaak opgeschrikt door bommen die door piloten van oorlogvoerende landen verkeerd werden gegooid. Verder was de navigatietechniek in die tijd nog zeer bescheiden, waardoor piloten vaak uit koers raakten of door brandstofgebrek moesten landen in het neutrale Zeeuws-Vlaanderen. Zo landde er op 3 juli 1915 een Frans vliegtuig met motorstoring bij Westdorpe, bemand door twee Engelsen. Het was geraakt door Duits afweergeschut boven Gent.
Nederland kon zijn luchtruim niet verdedigen omdat ze niet het vereiste materiaal hadden, noch de nodige ervaring en piloten. Van de neergestorte, buitenlandse vliegtuigen staken de Nederlandse militairen wel heel wat op, zoals onderstaand voorbeeld uit Sas van Gent aantoont: “Op 28 september 1917 stortte een Duitse Gotha G IV neer bij Sas van Gent. Het toestel was na een nachtelijke aanval op Londen neergehaald tijdens de terugvlucht door een Engelse bommenwerper. De Gotha G IV kwam terecht in een weiland achter de toenmalige suikerfabriek. Enkel de twee 260pk Mercedesmotoren waren nog bruikbaar, de rest was voor de sloop. Van de drie bemanningsleden raakten er twee gewond.”
Ook Duits afweergeschut, vaak onder de vorm van granaten of granaatsplinters, kwam op Nederlands grondgebied terecht. Op 21 augustus 1917 kwam er in de blauwselfabriek van Sas van Gent een stuk van een granaatkartets neer. Een jongen raakte door de glasscherven gewond. Op het stationsterrein werd een diep gat in de grond geslagen, een kolenwagen doorboord en in de glasfabriek waren verschillende kabels vernield.